Overactieve blaas

Hoe werkt de blaas?

De blaas is een holle spier net als je hart! In de blaas wordt de urine, die in de nieren wordt gemaakt, opgespaard. Als de blaas vol, stuurt deze een seintje naar de hersenen, dat de blaas vol is en geleegd moet worden. Dit voelt als sterke aandrang. Als je in de gelegenheid bent om te plassen, dan gaat de blaas(spier) samentrekken totdat de blaas geleegd is.

Overactieve Blaas

Bij mensen met een overactieve blaas trekt de blaasspier te vaak en te sterk samen, ook als de blaas nog niet vol is. Deze aandrangsprikkel is vaak zo sterk dat uitstellen als heel onplezierig wordt ervaren en zelfs tot pijnklachten kan leiden. Als de blaas moeilijk onder controle te houden is geeft dat een vaak plotselinge hevige aandrangsprikkel en een dreigend of daadwerkelijk urineverlies voordat u bij een toilet bent aangekomen.

Een overactieve blaas is naast stress-incontinentie een van de meest voorkomende oorzaken van ongewenst urineverlies.

Een overactieve blaas kenmerkt zich door:

  • Hoge plasfrequentie (meer dan 8 keer per etmaal)
  • Kleine plasvolumes bij hevige aandrang
  • Urineverlies bij aandrang overdag en ‘s nachts (vaak grotere hoeveelheden tot gehele blaasinhoud)

Soms krijgt u helemaal geen waarschuwing vooraf, of heeft u te weinig tijd tussen het signaal dat u moet plassen en het moment dat u het echt niet meer op kunt houden om het toilet te halen en gaat ’t mis. Midden in een winkel of op straat, of als u ergens op visite bent. Een schaamtevolle en vernederende ervaring. Maar ook schokkend: u bent de controle over uw blaas kwijt. Dat is bijna net zo erg als de macht over het stuur kwijt zijn. Er gebeurt iets met u waar u geen invloed meer op kunt uitoefenen.

Diagnose en behandeling

De diagnose overactieve blaas naar aanleiding van uw klachten en het lichamelijk onderzoek. Daarnaast kan aanvullend onderzoek worden verricht waarbij de functie van de blaas en het afsluitmechanisme van de blaas onderzocht wordt. Ook is het mogelijk de binnenzijde van de blaas te bekijken (cystoscopie). Deze onderzoeken zullen in het ziekenhuis door een uroloog worden uitgevoerd.

De bekkenfysiotherapeut zal u vragen om een plaslijst (mictielijst) bij te houden, hierin wordt beschreven wanneer en hoeveel u plast en drinkt maar ook hoeveel en onder welke omstandigheden u urine verliest.

Blaastraining en verbetering van de functie van de bekkenbodemspier helpen u om de plas beter op te houden en de klachten verbeteren.

Ook kan de uroloog ondersteunende medicatie voorschrijven die de blaasspier rustiger maken om zo de te sterke aandrang door samentrekken van de blaas te verminderen.